De Good Fish Foundation organiseerde de bijeenkomst met subsidie vanuit het Europese Visserijfonds. Margreet van Vilsteren laat zien dat er onder NGO’s verschillende gradaties zijn in positionering ten aanzien van het vangen en uitzetten van glasaal.
Joep de Leeuw van WMR trok de conclusie dat de wetenschap nog geen antwoorden heeft op een heel aantal vragen. Joep stelt dat iedereen moet accepteren dat er heel veel aannames zijn. Als er heel veel aannames zijn dan is het verstandig om een open houding aan te nemen.
De Zweedse onderzoeker was verbaasd over de uitkomsten van zijn eigen onderzoek. Schieraal afkomstig van uitgezette glasaal trok op dezelfde manier in de richting van de Sargassozee als schieraal afkomstig van op een natuurlijke manier ingetrokken glasaal. Dat terwijl eerdere onderzoeken in de buurt van Stockholm liet zien dat schieraal afkomstig van uitgezette pootaal de weg naar buiten niet vonden en een paar jaar in het gebied bleven en daarbij in conditie achteruit gingen. Zijn conclusie was dat sommige gebieden niet geschikt zijn voor hervolken voor schieraal productie en andere gebieden wel. (Het gebied bij Stockholm kent geen zoutgradient, de opening naar de Baltische zee is een stuk ondieper dan de rest van het systeem en de aal moet het stadscentrum met aal haar scheepvaart (geluid) door. Een laatste punt was nog dat in de stad niet gevist wordt en je daar dus ook geen schieralen terug vangt).
Of Nederland een goed gebied is weten we niet. Schieraal afkomstig van uitgezette glasaal bereikt, met de stroming in de herfst mee, veelal wel de zee (als er geen gemalen of WKCs tussen staan). Maar hoe de aal zich daarna gedraagt, daar is maar weinig van bekend. Van een vijftal gezenderde schieraal die vanuit Groningen wegtrokken zijn detecties bekend van voor de Belgische kust. Voor goed onderzoek zijn we nog op zoek naar gebieden waarvan we met 100% zekerheid kunnen stellen dat de daar aanwezige aal afkomstig is van de uitzet. Voor het Rijn systeem zouden schieralen uit de stuwmeren in Duitsland gebruikt kunnen worden. Deze kunnen vergeleken worden met schieraal van de rivier zelf. Schieraal die van nature, als glasaal, ingetrokken is. Het blijkt echter zeer kostbaar onderzoek te zijn aangezien 1 transponder 3000 euro kost.
De Duitse onderzoeker liet nog zien wat het effect van de uitzet van glasaal of pootaal was op de schieraal productie. Vanwege de hoge natuurlijke mortaliteit was het effect klein. Meer dan 8% van de aal viel ten prooi aan de aalschover en nog eens 77% van de natuurlijke mortaliteit kon niet verklaard worden. Er bevonden zich echter wel grotere alen in het systeem toen de pootaal en glasaal werd uitgezet. Er werd jaarlijks 60 stuks per hectare uitgezet. Van beroepsvissers horen we vaak dat aal de grootste predator van aal is, maar harde bewijzen zijn daar niet voor.