Visspeciaalzaken zouden vaker duurzame producten kunnen afnemen van lokale vissers. “Wat is mooier dan een visdetaillist die paling, rivierkreeft of garnalen verkoopt van de visser om de hoek?”, zegt netVISwerk-voorzitter Albert Jan Maat (rechts op de foto) in het oktobernummer van #Vismagazine.
NetVISwerk, de organisatie voor kleinschalige binnenvisserij en kustvisserij, werkt aan een duurzaamheidsslag. Vis en schaal- en schelpdieren die dichtbij gevangen en verwerkt worden, zijn traceerbaar, dagvers en per definitie duurzaam vanwege een bescheiden brandstofverbruik. “Dat is toch wat we met z’n allen voor ogen hebben”, zegt Albert Jan Maat in gesprek met Vismagazine.
“Maak als visdetaillist wat meer gebruik van de belangstelling onder klanten voor herkomst, duurzame vangst en visverwerking van lokaal en regionaal gevangen vis. Op die onderwerpen heeft de kleinschalige kust- en binnenvisserij visspeciaalzaken veel te bieden. Wat is mooier dan een visdetaillist die paling, rivierkreeft of dagverse garnalen verkoopt van de visser om de hoek die daar enthousiast over vertelt?”
Wederhoor
Als voorzitter van netVISwerk strijdt Albert Jan Maat met ketenpartners zoals Duurzame palingsector Nederland (Dupan) voor het voortbestaan van de palingvisserij, de palinghandel en de kleinschalige kustvisserij op onder meer garnalen, zeebaars en oesters. Eenvoudig was – en is – dat niet in een tijd waarin natuur- en milieuorganisaties het hoogste woord voeren en vakorganisaties in menskracht, politieke lobby, beschikbare budgetten en mediabereik overvleugelen.
Hoe vaak komt het niet voor dat nieuwsmedia persberichten van visserijkritische NGO’s zonder wederhoor overnemen? Dan wordt het een wel heel ongelijke strijd. Terwijl duurzame visverkoop juist gebaat is bij behoud van kleinschalige vissers die in regionale en landelijke wateren vissen. Maat: “Palingvisserij in de Europese zoute en brakke kustwateren is vorig jaar verder op slot gegaan omdat Europees visserijcommissaris Sinkevičius bijzonder goede banden had met NGO’s, en zich door hen liet leiden.”
Aalbeheerplan
Nu was er een kwart eeuw geleden natuurlijk wel iets aan de hand. Met de paling ging het bijvoorbeeld destijds om uiteenlopende redenen minder goed. De maatregelen van het Europese Aalbeheerplan werpen echter al enige tijd vruchten af. Maat: “Het is voor iedereen nu wel duidelijk dat de palingstand niet verder afneemt, maar juist toeneemt. Onze vissers zien dat duidelijk terug in de vangsten.”
“De uitdaging om het palingbestand verder te laten groeien, is niet nog meer visserijrestricties opleggen maar het verder minimaliseren van vismigratiebarrières bij sluizen, dijken en gemalen. Bepalend voor de palingstand is dat glasaal uit zee het binnenwater kan optrekken en geslachtsrijpe schieraal naar buiten kan om in de Sargassozee te paaien. Daarin moet nog stevig geïnvesteerd worden, vooral door waterschappen. Ook de bestrijding van illegale visserij en illegale handel in glasaal, in met name Zuid-Europa, verdient blijvende aandacht.”
Garnalenvisserij
Over de stand van zaken in de kleinschalige kustvisserij zegt Maat: “Na een slecht 2023 in de garnalenvisserij, zien we dat er dit jaar weer uitstekend garnalen worden gevangen. Ook voor een versproduct als garnalen is een korte keten van belang. Wij kijken met belangstelling naar de ‘Blauwe Economie’-ontwikkelingen in Den Oever, waar meer dagverse afzet gerealiseerd moet gaan worden. Ook de afslag in Stellendam verzet de bakens door de afzet van kleine partijen te bundelen.”
“Verhandelen kan via de lokale afslag, maar ik denk zelf ook aan rechtstreekse verkoop vanaf het schip. dat gebeurt bijvoorbeeld in Zweden en Noord-Duitsland, waar vissers rond 15.00 uur online melden wat ze hebben gevangen; restaurants en visverkopers kunnen daar dan op intekenen. Palingvissers op het binnenwater hebben een vergelijkbare rechtstreekse route al in gang gezet; die vangen, slachten en roken hun vis zelf en verkopen hun verse handel aan regionale restaurants, lokale visspeciaalzaken en aan particulieren, vanuit huis.”
Rivierkreeft
Er wacht de komende jaren nog wel een aantal uitdagingen. “Zo is de haperende regelgeving rond de vangst van rivierkreeft op dit moment een bizar voorbeeld van de falende overheid”, zegt Maat. “Door de explosieve groei van Amerikaanse rivierkreeft in onze wateren neemt de waterkwaliteit af en worden kades ondergraven, met alle gevolgen vandien. Als NetViswerk hebben wij in samenwerking met twaalf bij ons aangesloten vissers een prachtplan ingediend bij de rijksoverheid om die opmars een halt toe te roepen in het Groene Hart.”
NetVISwerk heeft een ‘prachtplan’ ingediend om de Amerikaanse rivierkreeft een halt toe te roepen in het Groene Hart. “Dat project moet natuurlijk wel gefinancierd worden, want als je massaal rivierkreeft wegvangt, kun je niet alles verkopen. Een deel moet dan op een andere manier verwerkt worden. Maar de rijksoverheid en waterschappen houden de boel op. Willen we het probleem tackelen, dan moeten we direct aan de slag. De visdetailhandel kan van zo’n operatie profiteren door straks de grovere sortering, de grootste rivierkreeftjes, te verkopen. Dagvers van eigen vissers van dichtbij, dat is duurzamer dan de import-kreeftjes.”
Proefproject
NetVISwerk heeft nog wel een wens die de verkoop van versproducten van kleinschalige visserij tegemoet kan komen. Zo zijn palingvissers gebonden aan een gesloten tijd. Ongunstig voor de jaarrond product-beschikbaarheid van wild gevangen paling. Maat: “In Friesland vissen onze Friese palingvissers met toestemming van de EU het hele jaar op basis van een quotum. Die aanpak verdient navolging in andere provincies. Als het koud is, wordt er slecht gevangen en is de paling vaak ook ongeschikt om te roken. Met een quotum kan een visser zijn vangst beter over het jaar verdelen en kan hij twaalf maanden leveren. NetVISWerk werkt eraan deze proef ook in Overijssel in te voeren en daarna elders in het land.”
Elektrisch varen
Maat hoopt tenslotte op wat minder koudwatervrees bij natuurorganisaties. “De tijd is voorbij dat natuurclubs zich als hooghartige landheren kunnen gedragen en als solisten bepalen wat goed is voor een gebied. Natuurorganisaties met waterrijke gebieden kunnen veel beter profiteren van het vakmanschap van kleinschalige vissers die in natuurgebieden kunnen bijdragen aan verantwoord visstand beheer en daar ook rivierkreeftoverlast kunnen aanpakken.”
Als het aan de NetVISwerk-voorzitter ligt, gaat het vissen op het binnenwater op korte termijn elektrisch. “Ook daar is een plan voor ingediend bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Bij het vorige kabinet ketste het af op de kosten, die notabene niet hoger zijn dan de subsidie op vier elektrische auto’s. Ik heb goede hoop dat we met het nieuwe kabinet wel zaken kunnen doen om de kleinschalige visserij nog duurzamer te maken.”
Tekst en foto Michel Verschoor. Overgenomen uit het oktobernummer van Vismagazine