In 2016 is er al heel wat af gepuzzeld om er voor te zorgen dat de aanlandplicht niet zou leiden tot erg veel aanlandingen van gequoteerde vis door schepen die geen of onvoldoende quotum hebben. In 2017 zijn dan vooral tong en kabeljauw van belang voor de kleinschalige kustvisserij. Het puzzelen heeft geresulteerd in de regelingen zoals beschreven in het informatiebulletin van december 2016 van het ministerie van EZ.
De voornaamste instrumenten die zijn bedacht zijn een uitvaarverbod of een algeheel gebruiksverbod voor bepaalde tuigen en de verplichting tot het aankopen van een aanlandcontingent. Dat laatste als een individuele visser of groep van vissers (PO) te veel van een soort (bij)vangt die wel aangeland moet worden.
De afgelopen maanden is gebleken dat de puzzel nog lang niet af is. Inmiddels is het seizoen voor de handlijnvissers en de staand want vissers weer begonnen en liggen er nog een heel aantal open einden. NetVISwerk dringt er bij EZ op aan om op korte termijn duidelijkheid te verschaffen over de systematiek van de aanlandmelding (schepen kleiner dan 12 meter) en de koppeling met het aanlandcontingent voor schepen die niet met het elektronisch logboek werken (schepen kleiner dan 10 meter). Ook vraagt netVISwerk duidelijkheid over het gebruik en de notatie in het logboek van netten van 90-109 mm met en zonder staanders/leiders zodat hardervissers en tongvissers duidelijk apart behandeld kunnen worden.
Ook vraagt netVISwerk opheldering over de manier waarop Nederland met de 50 kg regel om gaat. Dit is één van de weinige regels waar kleinschalige dagvissers voordeel van hebben en dat voordeel moet er ook blijven.